Geen enkel excuus meer
Het boek ‘De derde wereld op je CV’van Judith van de Kamp had wat mij betreft decennia eerder geschreven mogen worden. Het zou mij en wellicht mijn collega-tropengangers zonder meer hebben behoed voor blunders die me af en toe nog steeds het schaamrood naar de kaken doen stijgen.
Aan de hand van fragmenten uit blogs van stagiaires en hun thuisfront, haar eigen ervaringen en vele interviews legt medische antropologe van de Kamp messcherp de opstelling van de gemiddelde westerling bloot jegens mensen uit een laag inkomensland. De gesprekken die zij heeft met Afrikanen laten vervolgens zien hoe die daar tegenaan kijken.
Het knappe van de schrijfster is dat ze haar observaties weergeeft zonder te oordelen. Toch proefde ik onder de plezierige, niet-belerende toon die in het boek wordt gehanteerd wel degelijk hoe ze er zelf over denkt. Met toenemend ongeloof las ik voorbeelden van blogs die een aan onnozelheid grenzende naïviteit van sommige tropengangers in spe laten zien. Uitspraken die hilarisch zouden kunnen zijn, ware het niet dat het allemaal zo bedroevend is.
Tegelijkertijd voelde ik me betrapt. Dacht en deed ik ook zulke dingen tijdens mijn beginjaren in de tropen? Liep ik ook zaalvisite op sandalen of met gymschoenen? Stapte ik ook in een spijkerbroek het kantoor van de Regional Medical Officer binnen, of zelfs dat van ambtenaren op het ministerie? Had ik ook te weinig oog voor de positie van afdelingshoofden en mijn Tanzaniaanse collega’s? Kwam ik ook met tweedehandsspullen of met prullaria aanzetten als cadeautje voor deze en gene?
Uitgebreid komen in het boek de verschillende soorten stages aan de orde, van de eerste voorbereidingen tot en met de periode na terugkeer. Daarnaast is er o.a. aandacht voor het bijna gewetenloze gedrag van sommige organisaties die werkvakanties voor jongeren mogelijk maken, medisch toerisme en missies van specialisten. En in vrijwel alles klinkt door hoe ongelijkwaardig er aan deze kant van de evenaar wordt gedacht over mensen ten zuiden ervan, ook als missies met de beste intenties worden ondernomen. Neem alleen al het onder westerlingen veelvuldige gebruik van het woord ‘locals’, een benaming met een voor mij uiterst denigrerende klank, omdat het de plaatselijke bevolking wegzet als individuen die niet helemaal serieus genomen behoeven te worden.
Aan het slot van ieder hoofdstuk geeft de schrijfster een aantal tips en suggesties hoe het anders kan. Geweldig dus, dit boek! En tegelijkertijd een beetje spijtig voor de huidige en toekomstige generatie tropengangers. Terugkijkend naar mijn eigen stommiteiten destijds in Tanzania kan ik tenminste nog zeggen dat ik niet beter wist. Na het verschijnen van ‘De derde wereld op je CV’ kan niemand zich meer achter dat lafhartig excuus verschuilen.
Adriaan Groen, oud tropenarts
www.adriaangroen.nl