Brillengoochelaar

Auteur: Klaartje Olde Loohuis

Mijn zoon van 6 wil leren toveren. Van zijn goochelende opa heeft hij veel inspiratie opgedaan. Met enige onhandigheid verstopt hij zijn loep achter zijn rug en tovert een oud gekrast brilletje ervoor terug. En vice versa.

Ik denk aan mijn eigen ‘bril’ van de laatste tijd. De bril van een beginnende wetenschapper, van een epidemioloog in opleiding. Een hele andere bril dan die van een klinisch arts, een huisarts en tropenarts, die ik voorkort nog droeg. Soms, als ik voor examens statistiek studeer en me verdiep in statistische methoden als regressie of zelfs nieuwere methoden als bootstrapping en permutatietesten kan ik nog wel eens verstrikt raken in die focus toestand. ‘wat heeft dit ook alweer te maken met mijn vak, met het behandelen van patiënten? Hoe helpt dit mijn doel om een bijdrage te leveren de zorg voor kwetsbare groepen te verbeteren?’ Op zo’n moment helpt het altijd om weer even mijn bril af te zetten. Vanuit een afstand te relativeren. Dat de statistiek een tool is die me hierin verder helpt en niet (voor mij althans) een doel op zich is.

Brillengoochelen, dat is volgens mij waar een huisarts goed in is. Het constant wisselen van focus. Het extreem inzoomen op een bepaald klinisch probleem, een wond die gehecht moet worden of een medicatiereview van een oudere patiënt. Maar ook de relativering; wat draagt deze behandeling nog bij in het leven van deze vrouw van 78 jaar oud die eigenlijk al lange tijd niet meer echt ‘wil’. Of past dit wel binnen de waarden van een andere patiënt? Zelfs ook buiten de spreekkamer zoomen we uit. We zien public health problemen voorbij komen als we buiten veel te dikke kinderen zien, of als we verdacht veel atypische pneumonieën voorbij zien komen in de praktijk en hiervoor het RIVM contacteren. WHIG- geïnteresseerde huisartsen hebben daarnaast vaak ook nog een speciaal brilletje voor een blik over de grens, of het nou gaat om de reizigers op een goede manier te adviseren of zelf een bijdrage te doen en tijdelijke hulp te bieden in een ander land.

Ikzelf goochel dagelijks, niet alleen tijdens het studeren, maar ook tijdens besprekingen over het onderzoek, het opstellen van onderzoeksvragen, het bepalen van de relevantie voor de praktijk. Ik ben dankbaar voor deze kunst die me helpt steeds in te zoomen of juist relativerend van een afstandje te kijken naar een probleem. Het helpt me een goede wetenschapper te zijn, en de wetenschap te laten aansluiten bij de praktijk, en op die manier kunnen huisartsen ook weer op hun best verder goochelen.