Schrijnend tekort aan Ebola artsen

Luister hier naar een radiofragment van radio 1

Of lees hier de tekst van de voorpagina van de krant Trouw, gedateerd 16-10-2014:

Schrijnend tekort aan ebola-artsen

In Nederland hebben zich slechts dertien geschikte kandidaten voor uitzending gemeld

Daan Marselis

Welke Nederlandse artsen en verpleegkundigen willen naar ebola- gebied? De Nederlandse tak van Artsen zonder Grenzen heeft grote moeite om geschikte medische hulp- verleners te vinden. Volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO), dreigt de ebola-operatie vast te lopen door het gebrek aan medisch personeel.

Twee weken geleden riep minister Edith Schippers van VWS ziekenhuizen op om medisch personeel vrij te maken voor de ebola-missie. Sindsdien kreeg de Nederlandse tak van Artsen zonder Grenzen (AzG) meer dan tweehonderd aanmeldingen binnen. Allemaal van artsen en verpleegkundigen die in strikte isolatie, – in het kenmerkende plastic pak, met rubberen laarzen en skibril – ebola-patiënten willen verzorgen. Slechts dertien van de meer dan tweehonderd geïnteresseerden zijn daadwerkelijk gekwalificeerd en beschikbaar voor de missie. Dat is bij lange na niet voldoende.

“We hebben zeker honderd hulpverleners extra nodig om het werk uit te voeren”, zegt woordvoerder Frank Theunissen van AzG. “Hoe minder we er hebben, hoe moeilijker het wordt.” Een van de redenen dat er zoveel geïnteresseerden afvallen, is dat zij niet over de juiste kwalificaties of ervaring beschikken. Vanwege het risico op besmetting se- lecteert AzG hier streng op.

Er zijn in Nederland wel degelijk genoeg goed gekwalificeerde medische hulpverleners om aan de missie van AzG en andere hulporganisaties mee te doen. Maar die melden zich niet. Dat heeft praktische oorzaken, zegt voorzitter Ankie van den Broek, van de Nederlandse Vereniging voor Tropische Geneeskunde. “Die mensen hebben een baan, hebben een eigen huisartsenpraktijk of zijn in opleiding tot medisch specialist. Daar kunnen ze niet zomaar uitstappen, temeer omdat ze dan onbetaald verlof moeten opnemen. Ook kan het gevolgen hebben voor hun opleiding.”

De vergoeding die AzG hulpverleners kan bieden (netto 800 euro per maand) is niet toereikend om het verlies aan inkomsten te compenseren. Bovendien haken mensen volgens AzG af omdat de missie lang duurt (al snel twee maanden) of ze reageren niet omdat het thuisfront bezwaar maakt wegens de risico’s.

De overheid zou kunnen helpen om de praktische bezwaren weg te nemen, zegt Van den Broek. “De oproep van de minister aan de ziekenhuizen was heel makkelijk, maar hoe regel je het? Daar kan de overheid ook in faciliteren.” Ze denkt bijvoorbeeld aan financiële ondersteuning zodat instellingen het loon van uitgezonden medewerkers kunnen aanvullen.

Volgens de WHO, die de internationale actie coördineert, zijn de komende maanden nog honderden dokters en verpleegkundigen nodig om verspreiding van het virus te stoppen. Die vacatures zijn moeilijk te vervullen. “Dat bedreigt nu de gehele operatie”, aldus een WHO- woordvoerder in Washington. De organisatie denkt dat in de komende maanden alleen al 750 extra artsen nodig. Daarnaast is er grote behoefte aan verpleegkundigen en logistiek personeel.

‘Net als anderen heb ik verplichtingen op het werk’

Remko Schats (39), tropenarts, promovendus malaria- vaccin onderzoek LUMC.

“Drie jaar heb ik als tropenarts gewerkt in Ghana, Tsjaad en in Indonesië na de tsunami. Toen ik hoorde over de ebola-epidemie was mijn eerste gedachte dat ik er heen moest. Het is een enorme tragedie die schreeuwt om actie. Door het grote tekort aan personeel bedreigt de epidemie het voortbestaan van hele landen en volkeren. Dat vraagt een internationale aanpak.

Toch ben ik nog hier. Net als anderen heb ik verplichtingen op het werk. Daarbij ben ik ook lo- yaal naar mijn werkgever. Ook als ik ga, moet het werk wel gedaan worden. Bovendien lijkt er weinig urgentie en is onduidelijk hoe je als individuele werknemer wordt ondersteund als je hulp wilt bieden.

In mijn ziekenhuis is zeker wel aandacht voor ebola. Het gaat er vooral over om voorbereid te zijn op besmette patiënten die terugkeren uit getroffen gebieden. Belangrijk werk, maar aan de andere kant is er dringend behoefte aan actie ter plaatse door bekwame en ervaren hulpverleners. Ziekenhuizen zouden er goed aan doen de crisis te erkennen en te zeggen: ‘Wij hebben hier artsen en verpleegkundigen die kunnen helpen. Wie van jullie kan zich vrij maken?’ Ik zou in elk geval graag mijn bijdrage leveren om deze noodsituatie te stoppen.”

Ik kan niet goed inschatten wat de risico’s zijn.

Dirk Jan Pot (56), tropenarts/ kinderarts Gelre Ziekenhuizen Apeldoorn

“Voor zo’n missie moet je een aantal zaken tegen elkaar afwegen: mijn verantwoordelijkheid richting het ziekenhuis, richting mijn collega’s, patiënten het thuisfront. Ook met het oog op het risico dat ik loop. De afgelopen vijftien jaar heb ik wereldwijd meerdere missies gedaan. Ik heb met mijn ziekenhuis afgesproken dat ik daar een maand per jaar de tijd voor heb. De helft van die maand betaalt Gelre, de andere helft betaal ik zelf. Die regeling heb ik dit jaar nog niet gebruikt, dus theoretisch kan het nog.

Ik ben twee keer eerder acuut op missie gegaan. Iedereen moet het ermee eens zijn. Collega’s moeten werk overnemen. En met patiënten heb ik ook afspraken staan. De verantwoordelijkheid hier is niet niks. Ik kan dus niet zomaar weg.

Ook kan ik niet goed inschatten wat de risico’s zijn. Je ziet toch dat mensen besmet terugkeren. Tijdens de oorlog in Kosovo leerde ik dat je niet te lichtvoetig met die risico’s om moet gaan. Dus daar zou ik meer voorlichting over willen. Bovendien ben ik voor deze missie nog niet actief gevraagd door een hulporganisa- tie. Dat was bij de meeste voorgaande missies wel het geval.”